Vandaag heb ik de metrokaart van Nieuw-Vlissingen voltooid !
klik voor grotere weergave
De Vlisseher Metro
Geschiedenis
In de negentiende eeuw bestond Nieuw-Vlissingen uit niet veel meer dan het historische centrum met wat wijken aan de rand hiervan, evenals lintbebouwing langs wateren zoals de Vlist. De stad groeide echter snel, en het werd daardoor steeds drukker. Vervoer (zowel voor personen als goederen) verliep veelal per schuit over de grachten van de stad, maar buiten het centrum waren die vaak niet aanwezig. In plaats van almaar nieuwe grachten te bouwen besloot men daarom om de spoorlijn die door de stad liep ook te gebruiken voor plaatselijk personenvervoer; waren er vroeger alleen de stations Kuyperlaon en het Oaftstasjon, rond 1860 werden werden er vele stations bij geopend en ging er een stoptrein rijden. Ook werden er vele tramlijnen gebouwd die voor het natransport moesten zorgen.
Aan het einde van de negentiende eeuw kwam de automobiel in opkomst. Aanvankelijk werd dit als zeer positief ervaren, omdat men sneller van A naar B kon reizen; toen ook de gewone man massaal een auto kon betalen begonnen er echter grote verkeersproblemen te ontstaan; trams, voetgangers, fietsers en automobielen moesten zich door de nauwe stadsstraten wurmen.
Behalve het aanleggen van een beter wegennetwerk besloot men om naar het buitenland te kijken of er ook andere opties waren voor het openbaar vervoer. Naar voorbeeld uit London besloot men tot het aanleggen van een ondergronds spoornetwerk: de metro.
Aanlegmethode
Aanvankelijk werd het te duur gevonden om diepe boortunnels aan te leggen onder de stad; ruimte om een open sleuf te graven was er echter ook niet. Daarom koos men voor een ingenieuze oplossing; het aanleggen van een metro door de grachten. Hiertoe damde men een deel van een gracht af, voerde het water af door middel van pompen, en bouwde vervolgens een metrobuis in de ontstane sleuf. Deze buis werd wederom bedekt met aarde waarna de gracht weer gevuld kon worden met water. De allereerste metrolijn die op deze manier werd voltooid was de huidige lijn 1 vanaf treinstation Puujnof naar de Noorderpoorte, die in de zomer van 1928 (!) al in gebruik werd genomen. De trein was meteen al zeer populair en werd al gauw doorgetrokken totaan Schoorwalle (huidige lijn 7); meer lijnen moesten op zich laten wachten vanwege de crisis in 1929. Ook speelde er een technisch probleem: de luchtafvoer in de tunnels was onvoldoende goed geregeld (slechts wat ventilatiebuisjes). Mensen klaagden over vreselijke hitte en benauwdheid in de tunnels, en in 1931 kwamen enkele mensen door verstikking om het leven toen er een klein brandje uitbrak in de tunnel. Daarom werden langs de oevers van de grachten ventilatieschoorstenen gebouwd met door motors aangedreven luchtpompen. Nog altijd staat er in de plaatselijke verordeningen van Nieuw-Vlissingen dat het verboden is om iets tegen dergelijke ventilatiepijpen aan te plaatsen, ookal wordt de ventilatie tegenwoordig door middel van modernere systemen geregeld.
Uitbreiding
In 1942 werd het netwerk uitgebreid langs de Wildenburghertrekvaort, de Veldsevaort en de Vaort (richting Calvijnstad). Ook begon men aan lijn 4 dwars door de oude binnenstad van Nieuw-Vlissingen; totaan het Oud Kerkjie kon deze via de bekende methode onder de grachten worden aangelegd, maar ter hoogte van deze kerk moest er toch echt een boortunnel worden aangelegd om de historische bebouwing niet te beschadigen. Deze boortunnel werd in 1947 succesvol voltooid; helaas zijn er tijdens de bouw van deze lijn wel de nodige historische gebouwen verzakt. Ook de kerktoren van het Oud Kerkjie staat om deze reden scheef.
Rond 1960 begon men met het bouwen van moderne boortunnels, waardoor er enkele missing links konden worden aangelegd (zoals Schoorwalle - Station Kuyperlaon), en nieuwe metrolijnen voor het forensenverkeer. Met pieken en dalen werden steeds meer stations geopend, tot er rond 1990 een netwerk lag dat vergelijkbaar is met het huidige. Calvijnstad en Wildenburgh waren inmiddels volledig per metro te bereiken; vooral voor Calvijnstad is dit van belang omdat deze stad per trein alleen met een omweg te bereiken is. Ook de ontsluiting van het zakendistrict (Beurs) was een belangrijke mijlpaal.
Met de bouw van de metro begon men steeds meer af te stappen van het oude systeem van stoptreinen langs de spoorlijn; in plaats daarvan begonnen er metro's langs deze spoorlijn te rijden. Tegenwoordig zijn Ouwevesting en Hordelwiik de enige stoptreinstations die nog open zijn in het centrum van Nieuw-Vlissingen; deze worden naar verwachting medio 2013 gesloten en vervangen door lijn 9 van de metro. Veel forensen zijn hier niet blij mee, omdat er moet worden overgestapt op het Oasterstasjon of op station Puujnof, terwijl er voorheen een rechtstreekse stoptrein was. Het voordeel is echter dat er weer meer stations beschikbaar komen.
Systeem
De metro bestaat uit O (normale) en S (snelle) metrolijnen. O-lijnen stoppen op álle stations, S-lijnen alleen op grote stations (S-stations). De S-lijnen gaan vanaf het Oaftstasjon richting Wildenburgh of Calvijnstad.
Op de stations kun je de kleur van de metrolijn volgen om bij het juiste perron te komen; telkens staat de eindbestemming (en belangrijke tussenstations, zoals het Oaftstasjon) ook aangegeven. De frequentie van de metro varieert van twee keer per uur op rustige lijnen buiten de spits (bijvoorbeeld lijn 8 bij Industrie Nieuwe Sloe), tot bijna continu achter elkaar door op drukke stations zoals UMCNV. Op zulke frequente lijnen staat simpelweg 'telker drie min.' (elke drie minuten) aangegeven op de haltekaart, in plaats van de precieze tijden van aankomst.
's Nachts rijden er meestal geen metro's, maar op sommige lijnen rijdt tegenwoordig af en toe een nachtmetro (vooral op vrijdagavond, de voornaamste uitgaansavond). Stations zoals het vliegveld Wildenburgherbroek (S-station) en Beurs zijn minimaal eens in de twee uur bereikbaar 's nachts. Ook op zondag rijden er véél minder metro's dan normaal, maar wel meer dan 's nachts.
Op oude, bochtige lijnen zoals lijn 7 Noorderpoorte - Schoorwalle zijn er beperkingen aan hoe hard de treinstellen kunnen rijden, en hoe frequent. Deze lijnen trekken dan ook minder reizigers; het zijn eerder ondergrondse trams dan échte metro's. Er lagen tot voor kort plannen voor een nieuwe, rechte metrotunnel over dit traject, maar vanwege de crisis is hier voorlopig geen geld voor.
Prijzen
De stations in het centrum van Nieuw-Vlissingen maken deel uit van de Centrumzone; dit is de roze cirkel op de kaart. Reizen binnen deze zone is goedkoper dan buiten de zone, en veel toeristen zijn hierbij gebaat omdat reizen binnen de zone soms gratis is bij aankoop van een 'tourist travel card'. Verder zijn er voordeelkaarten te krijgen om gratis vanaf bijvoorbeeld een transferium naar het centrum te reizen.
Dagkaarten of abonnementen zijn meestal het voordeligst, maar als je een losse rit koopt koop je gewoon een 'binnen centrum zone' of 'buutn centrum zone' kaartje. Je betaalt dan voor één rit met de metro, of je nu een halte verder reist of naar de andere kant van de stad maakt dan niet uit. De uitzondering is met een S-trein naar bijvoorbeeld Calvijnstad of Wildenburgh reizen; hiervoor betaal je een hoger tarief. Wie een ReisKaorte heeft (een OV-chipkaart achtige kaart voor alle soorten OV) kan gemakkelijk inchecken voor de metro, er wordt dan automatisch het juiste tarief berekend.