Bericht
door Koen » vr 28 sep 2012, 00:34
Regionalisme
Ontstaan
Sinds de late middeleeuwen bestond Laconia uit verschillende onafhankelijke staatjes. Na de Laconische Revolutie in 1848 werd de feodaliteit omvergeworpen en werden alle staatjes verenigd. Het streven was in die tijd een eenheidsstaat. Zoveel mogelijk zaken werden gelijkgetrokken in heel Laconia. De grenzen van de huidige regio’s werden wel vastgelegd, maar de regio’s waren genummerd in plaats van genaamd.
Al snel ontstond een reactie op deze centralisatie. In de jaren zeventig en tachtig van de 19e eeuw werd veel macht teruggegeven aan de regio’s. Daarnaast kregen de regio’s namen naar de staatjes die in hun gebied lagen. Uitzonderingen zijn Montania en Orientia, die genoemd zijn naar geografische kenmerken.
Vanaf toen werd Laconia een federatie. Langzaamaan werden steeds meer bevoegdheden naar de regio’s geschoven en begonnen de regio’s. Ook begonnen de regio’s nieuwe regionale bevoegdheden te creëren. Het belangrijkste voorbeeld is Sopremi, wat staat voor Societa Protectacua i Emporian e i Industrian (Dienst ter Bescherming van de Handel en de Industrie). Dit was een dienst die door de industrieregio’s Epidania, Legoria en Orientia werd opgericht en uiteindelijk uitgroeide tot de belangrijkste geheime dienst in Laconia, ook al was ze in regionale handen.
De grootste stap vond uiteindelijk plaats in 1923. Er werd een wet aangenomen, waarbij vrijwel alle verantwoordelijkheden van de staat werden overgedragen aan de regio’s. Alleen het leger, buitenlandse zaken, universiteiten, de spoorwegen, post, telefonie en enkele andere zaken van algemeen belang bleven nationaal. Ook werden de inkomsten hervormd. Vrijwel alle belastingen werden regionaal. Alleen de delfstoffenbelasting bleef nationaal geheven worden; een kwart werd aan de regio gegeven. De regio’s waren wel verplicht de nationale begroting sluitend te maken.
Gevolgen
Vanaf toen zijn de regio’s weer verder uit elkaar gegroeid. Er ontstonden al snel verschillen. Zo moesten de arme regio’s Draconia en Montania, die altijd veel meer geld hadden gekost dan opgeleverd, al snel bezuinigen, waardoor de regio’s nog armer werden. De rijkere regio’s waren echter van deze ‘lasten’ verlost en konden meer investeren in hun economie en infrastructuur.
Door deze verschillen besloten veel jonge mensen te vertrekken naar een rijkere regio. Zo kwamen veel mensen in Galubaia, Cantapoli of Diorugistra terecht. Het was echter niet zo erg als in Frankrijk, waar hele streken leeg zijn gelopen. Het Laconische volk is over het algemeen conservatief en dit is op het platteland zelf een stuk sterker. Ook staat familie erg centraal. Het verlaten van je streek, betekent dus je complete leven achterlaten.
Voor het wegennet was dit ook niet erg voordelig. Het gehele wegennet was gedecentraliseerd, wat grote verschillen opleverde in onder andere wegnummering, weginrichting en bewegwijzering. Kwalijker was dat er niet vanuit een centraal plan werd gebouwd. Elke autoweg of snelweg werd aangelegd als verbinding tussen steden of ringweg om een stad en niet als onderdeel van een netwerk. Daardoor zit Laconia nog steeds met de resten van een slecht ontworpen wegennet opgescheept.
Tegenreactie
De socialisten zijn altijd tegen de regionalisatie geweest, maar pas in de jaren vijftig boekten ze hun eerste winst. Er werd een wet aangenomen die zei dat alle dorpen in Laconia aangesloten moesten worden op het nationale wegennet, eventueel in bergachtige gebieden door middel van kabelbanen. De arme regio’s zouden dit nooit zelf kunnen betalen, waardoor een speciaal fonds werd opgericht. Het was voor het eerst sinds 1923 dat er door rijke regio’s in arme regio’s werd geïnvesteerd.
Vanaf de jaren zestig begonnen meer mensen de regionalisering als ongewenst te zien. Er werden steeds meer nadelen zichtbaar. De belangrijkste problemen waren de armoede in sommige regio’s, de verschillende wetgeving die slecht was voor de economie, de afwezigheid van centrale planning en bovenal de hoge kosten van de negenmaal uitgevoerde diensten.
Deze nieuwe inzichten en de veranderende mentaliteit in de moderne steden leidde tot een groot draagvlak voor centraliseringen. In 1966 werden alle onderwijsinstellingen en ziekenhuizen die in regionaal bezit waren overgedragen aan de staat. In de jaren daarna werden veel wetten gelijkgesteld en werd de omzetbelasting omgezet in een nationale belasting over de toegevoegde waarde.
Ook werd de bestuurlijke indeling gelijkgesteld. Sommige regio’s waren nog onderverdeeld in dorps- en stadsgemeenten, terwijl anderen districten, fusiegemeenten, wijken, agglomeraties enzovoort als bestuurlijk niveau hadden opgenomen. Alle dorpen die in 1923 een gemeente waren, werden een landelijke gemeente (comuna rurala), behalve als ze in stedelijk gebied lagen. Deze gemeenten moesten zich verenigen in kringen (circulei), een soort districten. Verder werden alle steden met stadsrechten vastgesteld. Deze ‘polei’ werden opgedeeld in stedelijke gemeenten (comunai urbanai), die vaak uit een wijk of een aantal wijken bestonden. Dit systeem bestaat nog steeds in heel Laconia.
In 1974 werd na een groot congres over de toekomst van het Laconische wegennet besloten om het netwerk te uniformiseren. Er werden wegcategorieën opgesteld, een bewegwijzeringstandaard, een nationale wegnummering en alle oude nationale wegen plus alle autosnelwegen en omleggingen werden bezit van de nationale overheid. Bijna al het onderhoud en de aanleg wordt nog steeds door de regio’s betaald, maar de staat moet de plannen altijd goedkeuren, zodat het wegennet uniform werd opgebouwd.
Later werden ook enkele commerciële bedrijven genationaliseerd. Zo fuseerden de internationale vliegmaatschappijen Airo Epidania en Airo Legoria in 1977 tot Airo Laconia, waarna het bedrijf werd overgenomen door de staat. En ook de verschillende beurzen in het land werden in 1980 in twee staatsbedrijven ondergebracht (de Borsa Latenias in het westen en de Borsa Grecias in het oosten). In 1989 fuseerden beide beurzen tot de Borsa Laconias in Basilocampa.
Huidige situatie
Doordat onder andere de inkomstenbelasting nog steeds door de regio’s wordt geheven, zijn er veel verschillen tussen de regio’s. Montania en Draconia zijn nog steeds het armste, maar ze worden al snel gevolgd door Epidania. Ooit was dit een van de rijkste regio’s, die hard pleitte voor het regionalisme, maar sinds het instorten van de verouderde industrie in het een arme, leeggelopen en criminele regio geworden.
Gemiddelde regio’s zijn Arcadia, Mauragia en Valenia. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat Arcadia een erg gedenivelleerde inkomstenbelasting heeft, waardoor er veel verschil is tussen arm en rijk. Het rijkste zijn de oostelijke regio’s Legoria en Orientia en de noordelijke regio Nevoia. Legoria en Orientia profiteren vooral van de handel en industrie en Nevoia van het goud dat er gedolven wordt. Nu moet je rijk niet met Nederland gaan vergelijken. Legoria, de rijkste regio, heeft een BNP van ongeveer $ 25.000 per hoofd van de bevolking. Dat is vergelijkbaar met Slovenië en Israël.
Deze verschillen zorgen er nog steeds voor dat de bevolking van dunbevolkte gebieden nauwelijks toeneemt. Intussen heeft de hoofdstad Cantapoli meer dan 3.000.000 inwoners. In het verleden hebben de vele migranten uit het westen voor sociale spanningen gezorgd in oostelijke steden, maar dat komt tegenwoordig niet meer veel voor.
Wat nog steeds opvallend is, is dat de grensstreken van de armste regio’s meestal erg dunbevolkt en leeggelopen zijn. Dit komt doordat de jongeren hier sneller de grens overstaken om in de rijkere regio te gaan wonen. Je woonde dan niet zo ver van je familie.
De infrastructuur beperkt zich ook nog vooral tot het zuidoosten van het land. De kust is in het noordoosten en zuiden ook goed ontsloten, maar het binnenland en het westen is alleen bereikbaar via trage normale wegen, die ook nog eens vaak door de bergen lopen. Daardoor zijn deze regio’s economisch niet erg aantrekkelijk. Vervoer erheen neemt eerder de trein of het vliegtuig dan de auto, omdat dat simpelweg korter is.
Toekomst
Vooral de socialisten willen graag een meer gecentraliseerd Laconia. De vraag is of dit er ooit gaat komen. De lange historische ontwikkeling heeft er nou eenmaal toe geleid dat er veel culturele verschillen zijn tussen de regio’s. Ook zaken als Efaia, een eiland dat graag een autonome regio wil worden, helpen niet mee aan de eenheid van Laconia.
Wat wel kan gebeuren is dat de meeste belastingen weer bij de overheid terechtkomen. Ook een steunfonds voor arme regio’s en meer nationale investeringen in de infrastructuur van het westen is mogelijk. Toch worden deze plannen vaak gedwarsboomd door conservatieve politici.