Scona
Scona is de hoofdstad van de deelstaat Nionië en het culturele hart van Nionië. Samen met de agglomeratie Daestro, het econonimsche hart van het land, vormt Scona de metropoolregio Desteren met ongeveer 1,3 miljoen inwoners. Met 507.000 inwoners in de agglomeratie van Scona zelf, waartoe ook Balenlin en Sane behoren, is de hoofdstad qua inwonertal de grootste stad van Cylenië. De gemeente Scona vormt op zichzelf een provincie van de deelstaat Nionië.
De hoofdstad ligt centraal in het zuiden van het Tragonische schiereiland aan de baai van Scona en vormt een schakel tussen de stedelijke gebieden van Desteren en Sørland. Ten zuiden van de stad mondt de rivier de Scona uit in de baai met dezelfde naam. Deze rivier doorkruist de stad van noordwest naar zuid. Het noordelijke deel stad is gebouwd op een heuvelhelling waar de rivier de Ell vanuit het noordwesten de stad instroomt en uitmondt in de Scona.
In Scona woont de vorstin, zetelt de senaat van Nionië en de Nionische ministeries hebben er hun vestiging. Vanwege de status als landshoofdstad tot 2014 zijn de meeste ambassades van Cylenië in Scona gevestigd, en dus niet in de confederale hoofdstad Ceylynn.
Geschiedenis
Scona kan tot een van de oudste steden van Borealië worden gerekend. Al tijdens de hoogtijdagen van het Cyleense Rijk (ongeveer 1000-800 BCE) wordt een stad beschreven op dezelfde locatie. Uit die tijd is er verder weinig bekend over Scona. Pas rond 800 CE wordt Scona beschreven als een van de vier grote invloedssferen in de noordelijke landen rond de golf van Nionië, samen met Daestro, Araðane en Ceylynn.
In 1042 wordt er een unie gevormd tussen de eerste drie staten onder leiding van Araðane om de snelle expansie van de Vikingkoloniën in het noorden tegen te gaan. Dit verbond werd Ny Onya, het nieuwe verbond, genoemd en er was toen al sprake van een verenigd Nionië. Na een oorlog tussen beide partijen wordt de unie definitief in het verdrag van Filler in 1066.
In 1339 wordt besloten om over te gaan op een personele unie onder leiding van een koning, waarbij het koningschap elke 9 jaar zou rouleren over de machtsblokken. Als het vorstendom Ceylynn zich in 1366 deels bij Nionië aansluit, wordt met enige tegenzin van de andere staten besloten dat de vorsten tijdens hun regiment in Scona zullen zetelen. Vanaf dat moment is Scona dus de hoofdstad van Nionië.
Cultuur
Scona staat bekend om haar cultuur en haar vele bezienswaardigheden. Van oudsher is Scona een havenstad, wat te zien is aan de middelgrote haven die zich tijdens de industrialisatie van het land heeft ontwikkeld aan de zuidoostkant van de stad. Er liggen nog diverse oude spoorwegen in en rond Scona die van dit tijdperk getuigen. Een nieuw stukje spoor is echter de spoortunnel die onder het noorden van de binnenstad doorgaat. Deze tunnel van 2,5 km lang is samen met het nieuwe Terminalstation in 2004 geopend. Het station bestaat uit twee lagen met perrons, zodat het regionale en (inter)nationale treinverkeer gescheiden wordt.
De twee grootste bezienswaardigheden zijn de twee kastelen die Scona rijk is. Dit zijn de Altbørþ, een laat-middeleeuws kasteel op de hellingen van de wijk Felden, en de Nybørþ, de residentie van de koningin, gelegen in de gelijknamige wijk Nybørþ. Bekende pleinen zijn het Rijksplein in de binnenstad, waaraan het senaatsgebouw is gelegen, en het Schellingenplein in Felden, dat via een kabelspoorweg toegang geeft tot een ruïne van een oude Cyleense tempel. Het strand aan de zuidkant van de stad wordt elke zomer door duizenden toeristen bezocht. Scona huisvest daarnaast de op een na oudste universiteit van Cylenië, na de universiteit van Daestro.
Nybørþ in Scona (bron)
Verkeer en vervoer
De belangrijkste verkeersaders rond de stad zijn de ring (A1 en A4) en de centrumring (V15, V17 en V25). Daarnaast vormen de vijf snelwegen A1-west, A3, A17, A9 en A1-oost een radiaal net vanuit de stad naar andere belangrijke bestemmingen zoals Ceylynn, Daestro, Storayl en Fyðyne. Belangrijke internationale verbindingen zijn de C25 van Daestro naar Fyoðyne en buurland Tholenië, en de C13 richting Ceylynn en Carthamië via de golftransit. De A3 en A9 vormen binnen de ring inprikkers tot op de centrumring, zodat de binnenstad via de snelweg makkelijk bereikbaar is.
Op het grondgebied van Scona liggen 15 treinstations, waarvan 3 in Balenlin, 2 in Sane en 7 in de hoofdstad zelf. Het belangrijkste station is het nieuwe Scona-TS, dat samen met een 2 kilometer lange tunnel onder de rivier Scona door in 2004 werd opgeleverd. Op het Terminalstaskøn komen 8 intercity- en regiolijnen samen, alsmede twee hogesnelheidslijnen naar het buitenland. Er is een directe overstapmogelijkheid op de lightrail en metro (zie verderop). Andere belangrijke intercitystations zijn Scona-Lotte, Balenlin en Sane.
Op 30 km afstand van Scona ligt het vliegveld Daestro International, dat als passagiershub dient tussen steden in het westen van Borealië. De belangrijkste vluchten op het vliegveld zijn de binnenlandse vluchten naar de eilanden ten noorden van het Cyleense vasteland en de lijnvluchten naar Pötama-Biltema in Carthamië, van waar naar veel bestemmingen over de hele wereld gevlogen kan worden. Het vliegveld heeft haar eigen treinstation.
Lees ook meer over het
lightrailnetwerk van Scona en Daestro.