[SOL] Geschiedenis

Koninkrijk Solwezië

Moderator: TBR

Plaats reactie
Gebruikersavatar
TBR
Geoficticus
Berichten: 2571
Lid geworden op: wo 02 nov 2011, 22:14
Locatie: Bélzsium

[SOL] Geschiedenis

Bericht door TBR » do 10 nov 2011, 21:12

Een beknopte geschiedenis van Solwezië
Spoiler: weergeven
De vroegste geschiedenis
Archeologische vondsten tonen aan dat er pas bewoning was op het Solwes-eiland rond 500 v.c. . Waarschijnlijk waren het Keltische en Germaanse immigranten. De belangrijkste vondsten waren het dorpje nabij Buterwijlen en het paaldorp ten zuiden van Meserlost. Het land werd al spedig overspoeld door Kelten en Germanen vanwege de ijzer- en tinvoorraden in het midden van het eiland. Alhoewel het eiland nooit is veroverd door het Romeinse Rijk, waren toch al gauw enkele invloeden, zoals het schrift en het christendom. Tussen 400 en 530 n.c. ontstonden de eerste gouwen die werden geregeerd door krijgsheren met name:
-Alfane
-Awel
-Borgelann
-Gondda
-Lehte
-Skirse
-Sudersgyp
Spoiler: weergeven
De middeleeuwen
Toen in 1250 een vijandig volk, nl. de Orvatiërs het eiland Balt bezetten en de stad Tyde (het huidige Tijdel) innamen, werden de gouwheren bang dat de Orvatiërs de rest van het Solwes-eiland wouden veroveren. Op de grote Redtdage zouden de zeven gouwheren beslissen om een koning aan te duiden die het eiland en de Zeven Gouwen kon verenigen en en leiden naar een overwinning op de Orvatiërs. Men koos Phillib van Alfane, omdat hij de grootste legers en beste generaals had. Hij stond ook bekend om zijn goede tactieken en strategische inzichten. De oorlog verliep langzaam en in het begin niet zo goed voor de Solweziërs. Meer dan de helft van het eiland werd veroverd. Maar in 1297, na 47 jaar oorlog keren de kansen in het voordeel van de Solweziërs. De Orvatiërs verliezen de slag bij Leheym en daarbij wordt hun konig gedood. In 1299 zitten de Orvatiërs alleen nog maar op het eiland Balt, waar het allemaal begon.Het duurt nog tot 1320 voordat de Orvatiërs ook daar verdreven zijn. In 1302 beginnen de problemen: Lodwige, de kleinzoon van Phillib zit stevig op de troon en dat zint de edelen niet. Ze willen dat nu de oorlog (bijna) voorbij is, Lodwige vertrekt en de Zeven Gouwen weer vrij zijn. Sommigen droomden er zelfs van om zelf op de troon te zitten. Dit leidde tot de Eerste Opstand der Gouwen, ofwel de Burgerroorlog van Lodwige. Deze opstand (1319-1326) zou zeven jaar duren en het hele landen economisch de dieprik in sleuren. Hierna zouden er nog drie opstanden komen, en nog twee grote troontwisten.
Spoiler: weergeven
De nieuwe tijd
Na de laatst grote burgerroorlog (de Tweede Troonstrijd (1495-1503)) was het Koninkrijk Solwezië uitgeput. De meeste boeren werden gerekruteerd door het leger en daardoor ontstonden er grote voedseltekorten. Er braken ook verschillende epidemiën uit zoals: de pest, cholera en pokken. Deze ziekten waren waarschijnlijk meegebracht door Hollandse en Duitse kooplieden, die hun goederen verhandelden in havens zoals Ghillerle (Galderlo), Soverge (Soberg) en Hughell (Huchel). Door deze kooplui floreerde de handel, en werden de voedseltekorten langzaaamaan teruggedrongen. Toen Koning Frederik de eerste (konig van 1601-1644) merkte dat hun taal verdacht veel op het Solwezisch leek, voerde hij de taal in als hoftaal, om de handel te bevorderen. De Tweede Troonstrijd werd gewonnen door het huis Valdimer, wat betekende dat de hoofdstad werd verplaatst van Leheym (Loheim) naar Ruyghenym (Rugeneim) op het Valdim-eiland. De koningen kregen steeds meer macht, en zo evolueerden ze langzaamaan tot absolute vorsten. Koning Robrecht de tweede van het huis Leginger schafte zelfs de gouwen af en veranderde ze in in hertogdommen en graafschappen. Koning Lennard de eerste van Valdimer verzamelde de adel rond zich in het enorme slot Broghelstant, een indrukwekkend kasteel ten noorden van Rugeneim. Door het Nederlands in te voeren als hoftaal zou Koning Frederik de eerste een nieuwe trend zetten. Het werd chique om Nederlands te spreken en de lage adel begon het meteen te doen. Ook iedere handelaar ,stedeling ofambtenaar in de zuidelijke steden moest wel een beetje Nederlands of Duits spreken, en zo begon het Nederlands aan een grote opmars.
Spoiler: weergeven
De nieuwste tijd
Het koningshuis Valdimer werd in 1677 aggezet door een zijtak Meihof-Lodelingen. De vele vorsten promoten het Nederlands,maar regeerden als tirannen. In 1698 wordt het prestigieuze Paleis Frederiksurg geopend in Rugeneim. De koninklijke familie verspilde zeer veel geld aan grote feesten terwijl het volk honger lijdt door de mislukte oogsten van 1788,1789 en 1793. Toen de eerste berichten van de revolutie in Frankrijk het land bereikten in 1795, nam koning Karel-Frederik de tweede strenge maatrgelen, zoals een samenscholingsverbod en legerpatrouiles die patrouilleren in de straten van de grote steden. Toch waren er grote rellen in Wollegaarde, Bodegarde en Muwel in 1796, 1797 en 1798. Op 14 maart 1799 komt het tot een uitbarsting van geweld in Toernem en op 16 en 17 maart in Rugeneim, waar duizenden mensen de straat op kwamen om brood en vrijheid te eisen. 18 maart 1799 wordt een zwarte dag in de Solwezische geschiedenis, want op die dag schoot de Koninklijke Wacht meer dan honderd demonstranten dood op de Oude Markt in Rugeneim. Hierop volgden tientallen razzia's in adellijke en filosofische clubs. Tientallen republikeinen vluchtten de stad uit en in het zuiden van het land wordt de sfeer nog grimmiger, daar worden tientallen soldaten en ambtenaren gelyncht. Op 27 maart 1799 werd de republiek uitgeroepen in Wollegaarde door Johannes Lieberman,Baron Pieter Van Gelluim tot Bodeningen en Hendrik Lest. De vele protesten doen Karel-Frederik grijpen naar drastische maatregelen, zoals het belegeren van de stad Wollegaarde en het executeren van verschillende edellieden en officieren. Er zijn nog uitbarstingen van geweld in 1812, 1813 en 1816. Koning Karel-Fredrik regeert zeer streng, maar sterft in 1832 en hij wordt opgevolgd door zijn zoon, Karel-Frederik de derde. Het volk koesterde de hoop dat hij minder streng zou zijn dan zijn vader,maar dat bleek niet zo te zijn. In 1847 kwam het weer tot relletjes in Rugeneim en Loheim nadat de minister van orde en veiligheid werd doodgeschoten vlak voor zijn huis. De mensen in de straat grepen deze kans meteen aan om te protesteren. De protesten verspreidden zich over het hele land en in Bodegarde werd de Tweede Solwezische Republiek uitgeroepen. Een deel van het leger deserteerde en liep over naar de republikeinen, hierdoor evolueerde de opstand naar een grote burgeroorlog die tien jaar zou duren (1848-1858) en de grensstreek totaal zou verwoesten.
Spoiler: weergeven
Na de burgeroorlog
In 1858 werd er een wapenstilstand afgekondigd, in 1875 werd de officiële vrede getekend door Koning Jan-Karel de derde (1866-1899). Jan-Karel zou zijn land enorm moderniseren en en het cijnsstemrecht invoeren in 1872 (voordien mocht allen de adel stemmen), toch zou het nog tot 1898 duren voordat onder druk van de vele stakingen het algemeem stemrecht voor mannen zou worden ingevoerd. Het Koninkrijk Solwezië moderniseerde ook net zoals Ardeim. Hier zou het vooral de textielindustrie rond Rugeneim en de staalindustrie rond Wollegaarde zijn die werd gestimuleerd. De eerste spoorlijn werd aangelegd in 1881 tussen Wollegaarde en Loheim om de kolen van de mijnen rond Loheim te vervoeren naar de hoogovens rond Wollegaarde. De partijen die deelnamen aan de eerste vrije verkiezingen in 1900 waren: de Marxistische ArbiedersPartij (MAP),de SociaalDemocratische Liberale Partij (SDLP), de Christelijke WerkPartij (CWP), de Solwezische Burgerpartij (SBP) en de AGrarische Partij (AGP). Het ging Solwezië daarna een tijdje voor de wind. Het land herstelde eerst moeizaam van de burgerroorlog, maar na een paar jaar begon de economie weer op te leven. In 1887 werd de laatste school gesloten die onderwees in het Solwezisch. Het land veroordeelde de Boerenoorlog scherp en steunde de Britse regering, ondanks het feit dat de Boeren (een soort) Nederlands spraken. Het land bleef in de Eerste Wereldoorlog neutraal en vond het verschrikkelijk dat voor zo iets als een aanslag het begin markeert van een bloedige oorlog. Solwezië onderhield zeer goede handelscontacten met zowel Groot-Brittanië als het Duitse Keizerrijk maar verbood op 2 december 1914 de export van wapens naar elk land dat deelnam aan de 'Grote Oorlog'. Dit ruïneerde de Solwezische wapenindustrie die daarna ook nooit meer wapens zou maken in het koninkrijk. In de jaren '20 gaat het goed met de Solwezische economie die zich toen vooral richtte op de handel met Schellingen, Burghteland en de VS. De beurscrash van 1929 komt dan ook des te harder aan voor het land, de werkloosheid steigt schrikbarend en daardoor valt het ene kabinet na het andere. Even is in 1936 een verkiezingsoverwinning voor de Nationaal-Socialistisch Vaderlandse Partij, maar in Solwezië krijgt de partij nooit echt veel steun. De Tweede wereldoorlog treft het kleine koninkrijkje nog harder dan de crisis. De handel valt volledig stil en Solwezië wordt gebombardeerd nadat verschillende Britse slagschepen en olietankers er aanmeren. Solwezië verklaart hierna de oorlog aan Duitsland en wordt zo samen met Ijslans een belangrijke ankerplaats voor geallieerde schepen. In Rugeneim vielen er hierdoor zeker 2000 doden door bombardementen en de V2. Na de oorlog wordt Solwezië een belangrijke handelspartner van de EGKS (voorloper van de EU) en blijft het strikt neutraal binnen de koude oorlog, waardoor de relaties met de VS wat bekoelen.
Laatst gewijzigd door TBR op vr 07 aug 2015, 23:44, 5 keer totaal gewijzigd.
Hlalóntáź ezlôr sza órav́úgíz udiár e zlôńár udiósz e gzaǵusz zôlińok hleś. - Gzaǵusz Tanag e Lód
Ardeim, Rodova, Solwezië en Viguros

Gebruikersavatar
TBR
Geoficticus
Berichten: 2571
Lid geworden op: wo 02 nov 2011, 22:14
Locatie: Bélzsium

Re: [KSW] Koninkrijk Solwezië

Bericht door TBR » vr 28 sep 2012, 15:55

De Burgeroorlog

Het begin van de opstand
De officiële start van de burgeroorlog is 5 augustus 1848, de dag waarop de koninklijke marine de republikeinse stad Gavelnaarde bombardeert. In die tijd was Gavelnaarde een zeer belangrijke en grote havenstad, die de hoofdstad Rugeneim overschaduwde. Eigenlijk waren er al veel eerder gevechten tussen
Republikeinse opstandelingen en de Koninklijke Landmacht. Ook waren er nogal veel roversbendes die in naam van de Republiek het platteland onveilig maakten. Maar op 5 augustus werd er echt de oorlog verklaard aan deze opstand. Koning Karel-Frederik de derde kondigde ook de staat van beleg af en verklaarde vele Republikeinen vogelvrij. Op 6 augustus trokken de eerste troepen het Nauw over en ze vielen de stadswallen aan van Gavelnaarde. Ze bestormden de haven en Havenpoort en rukten op naar het stadhuis dat door republikeinse sympathisanten was bezet. De strijd om Gavelnaarde zou uiteindelijk nog duren tot 11 augustus, en de stad zou daarnaa nog vele malen zich proberen te bevrijden van de royalisten. Op 8 oktober 1848 viel het Koninklijke Leger de havenstad Ewijg binnen. Dit was oorspronkelijk bedoeld om de Koninklijke Kazerne en Marinebasis die daar gevestigd zijn te ontzetten, want Republikeinse rebellen hadden de stad in handen en belegerden het fort al 2 maanden. Hierna zouden al snel de steden Toernem en Tochello vallen. De val van Toernem op 26 november 1848 was een groot verlies voor de opstand in het westen. Hierna rukte het Royalistische leger onder leiding van de Hertog van Benzingen en de Markies van Luttel, op naar Bodegarde, de stad waar de Tweede Solwezische Republiek werd uitgeroepen. De strijd rond de stad duurde vele dagen en pas op 2 januari 1849 gaf de stad zich over. Het Koninklijke leger splitste zich hier op, de Hertog van Benzingen ging naar het zuiden om het koningsgezinde Wolgt te bevrijden en de Markies van Luttel ging naar het noorden, om de stad Laagweel te belegeren, wat tot 1853 zou duren.

De oorlog verplaatst zich
In het oosten verging de opstand iets gemakkelijker. De revolutionaire brandhaarden situeren zich vooral rondom Wollegaarde, Blarden, Loheim en Gavelnaarde. Deze steden zouden nog lang blijven vechten voor de Revolutionaire zaak. Verder was het eerder een gevecht om neutrale steden zoals Muwel of Muidegaard, en de Royalisten die oprukten naar het zuidoosten. In maart 1850 zouden de eerste royalisitische groeperingen de stad Blarden proberen te bestormen, maar dit mislukte. Blarden zou jarenlang republikeins blijven net als Wollegaarde. Het Koningsgezinde leger zou in de zomer van 1850 ontschepen in het koningsgezinde Reig om vandaar verder landinwaarts te trekken en Loheim te veroveren. De Slag om Loheim op 17 en 18 september was niet meer dan een soort hinderlaag, maar zou nog lang in Ardeim worden opgeklopt tot een soort 'heldendaad' al was het door een republikeinsgezinde bende die het land rond Loheim terroriseerde. De stedelingen haatten deze bende maar waren toch zeer republikeins. In 1851 bereikte de oorlog een impasse, grote delen van het westen en het nooden van het land waren in handen van de koning, net zoals de steden Loheim en Gavelnaarde, maar Wollegaarde, Blarden bleven zich verzetten tegen de monarchie en zijn regering en republikeinen belegerden het royalisitsche Wolgt en Monzel, terwijl de Landmacht Laagweel maar niet kon innnemen, de stad werd vanover zee bevoorraad. De oorlog zou zich in 1852 vooral concentreren in het zuidoosten van het land, nadat de Hertog van Benzingen verpletterend werd verslagen door Republikeinse milities bij Voldem. Hij vluchtte per schip naar Rugeneim waar hij werd gedegradeerd. de zomer van 1852: Bodegarde, Toernem, Putte, Monzel, Reig, Gavelnaarde en Loheim zijn in handen van de Koninklijke Landmacht, maar ze lijden zware verliezen en onder de adel in Rugeneim klinkt gemor doordat hun privileges (geen belastingen) worden afgeschaft om meer geld in de Koninklijke schatkist te krijgen.

De Republikeinen organiseren zich
Op 5 september 1852 vergaderen verschillende republikeinse leiders in Wollegaarde, ze richten het Republikeins Comittee op en roepen alle milities en bendes op om zich achter hun vlag te scharen, wat redelijk goed lukt. Het comittee haar eerste succes was de herovering van Bodegarde op 25 November en het afslaan van het Novemberoffensief van de Koninklijke Landmacht in de buurt van Blarden en Muwel. De Republikeinen verliezen daarentegen wel hun laatste opstand in Gavelnaarde en de belangrijke havenstad Huchel wordt ingenomen door het royalisitsche leger. Het Republikeins Comittee verhuist naar Bodegarde en Slaagt erin om begin mei 1853 de stad Laagweel te ontzetten. Een deel van het Royalistische leger is nu omsingeld in het noordelijke schiereiland (de streek rond Monzel) en slechts een deel kan geëvacueerd worden. In januari van 1854 begint het Koninklijk Leger een nieuw offensief en het slaagt er bijna in om Bodegarde te omsingelen en door te stoten naar Hertogswilt. Ze kunnen wel Wolgt weer innemen, al wordt de stad in augustus weer ingenomen door de Republiek. Het Republikeins Comitte schendt de neutralitiet van Putte door de stad aan te vallen en kan zo een corridor vormen tussen Bodegarde en Wollegaarde; het is een zware klap voor de koning en de adel wordt steeds opstandiger. Aan beide zijden zijn er veel bloedvergieten en tienduizenden burgers laten alles achter en slaan op de vlucht voor het geweld, de economie -die het al niet zo goed deed, werd compleet geruïneerd en vele roversbendes maakten van de chaos gebruik om hun slag te slaan en vele dorpen te beroven en plat te branden.

Een rampjaar
1855 is een echt rapmjaar voor de opstandelingen, maar de koning krijgt weer moed en het vertrouwen van de adel. Tussen 3 en 28 februari 1855 slaagt de Koninklijke Landmacht erin om de steden Muidegaard, Muwel en Huchel in te nemen en de Koninklijke Marine slaagt erin om de aanvoerlijnen naar de Republikeinse steden vanuit Burghteland en Schellingen door te snijden. Het Koniinklijk Leger landt op 26 april op Dulst en op 8 mei op Schierse (de streek rond Monzel). Het RC (Republikeins Comitte) reageert niet snel genoeg en ziet Monzel verloren gaan. Daardoor krijgt ze te maken met muiterij en opstanden, maar ook door de dictatoriale houding van het RC. In Putte en Nolben verklaart de Stadsraad zich neutraal, en in Blarden is er een anti-comittee opstand. Die wordt pas in oktober neergeslagen. Ondertussen staat het er voor de opstandelingen steeds slechter voor aan het oostfront, en ook Soberg valt in Royalistische handen. Het RC lijdt ook gezichtsverlies na een mislukte aanval op Toernem en moet zich daarna vooral concentreren op de strijd rond Monzel en het orde op zaken stellen in Putte. Zonder Putte wordt het Repbulikeinse gebied in tweeën geknipt en is het oosten verloren.

Het zuidoosten valt in royalistische handen
Wat de opstandelingen vrezen gebeurt op 6 maart 1856, Putte valt en Blarden en Wollegaarde, de laatste twee republikeinse steden in het oosten, zijn verloren. Wollegaarde wordt nog 7 maanden belegerd en volledig in puin geschoten alvorens zich op 2 oktober 1856 over te geven, Blarden houdt het nog vol to 20 januari 1857. Ondertussen wordt er fel gevochten rond Toernem en Putte, beide steden worden dan ook bijna volledig verwoest, net als tientallen dorpen in de buurt. Terwijl het front verschuift organiseert het RC zich steeds beter, op 1 mei 1856 geeft ze haar eigen geld uit (de Vrije Mark), organiseer haar eigen belastingssysteem (vooral invoer- en uitvoeraccijnzen) en schrijft het een (voorlopig) wetboek. Ook wordt er een Republikeinse politiemacht opgericht die korte metten maakt met de roversbendes. Het RC wint weer aan populariteit en Monzel wordt definitief van de Republiek in juni 1856. Hierna gaat de strijd vooral om Putte en Soberg. Op 4 november 1856 valt Toernem, op 9 februari 1857 Tochello, Hierop volgt een maandenlange stellingenoorlog, de frontlijn beweegt nauwelijks. Op 15 augustus 1857 landt het leger van het RC op Dulst, en op 30 augustus valt Numein, de oorlog in het westen is bijna voorbij.

De wapenstilstand.
De oorlog eindigde uiteindelijk op 21 maart, toen de royalistische fort in de haven van Ewijg terug werd heroverd op de het Koninklijke Leger. Op 6 april 1858 tekent Alber Ulmendaal van het Vrije Leger van de Tweede Solwezische Republiek samen met Graaf Frederik van Solmenhof de wapenstilstand, men was al enkele dagen voordien gestopt met vechten.Er vond een soort uitruil plaats van bezette gebieden: Soberg en Ghillerlee tegen Balt en de streek rond Nedergem. Het Solwes-eiland was 10 jaar lang in burgeroorlog, die 10 jaar ruïneerde de economie, zorgden voor een hongersnood die tot 1860 zou duren, verdreef meer dan een miljoen mensen uit hun huizen, en kostte het leven aan honderdduizenden mannne, vrouwen en kinderen; De schattingen lopen uitteen tussen de 200 000 en de 500 000 doden. Het was geen oorlog zoals men in die tijd gewend was, er werd massaal gebruik gemaakt van kanonnen en echte veldslagen kende men niet, het was meer een soort guerilla-oorlog. Het was de grootste tragedie die het eiland zou overkomen.
Laatst gewijzigd door TBR op do 19 jun 2014, 20:32, 3 keer totaal gewijzigd.
Hlalóntáź ezlôr sza órav́úgíz udiár e zlôńár udiósz e gzaǵusz zôlińok hleś. - Gzaǵusz Tanag e Lód
Ardeim, Rodova, Solwezië en Viguros

Gebruikersavatar
Matt
Beheerder
Berichten: 1491
Lid geworden op: ma 13 jun 2011, 15:55

Re: [KSW] Koninkrijk Solwezië

Bericht door Matt » vr 28 sep 2012, 20:38

8| Zo! Goed uitgewerkt zeg.
"Maar daarna kwamen er desastreuze aardbevingen en vloeden; en in één dag en nacht [...] verdween het eiland Atlantis in de dieptes van de zee."
- P
LATO (TIMAEUS/CRITICAS)

Gebruikersavatar
TBR
Geoficticus
Berichten: 2571
Lid geworden op: wo 02 nov 2011, 22:14
Locatie: Bélzsium

Re: [KSW] Koninkrijk Solwezië

Bericht door TBR » di 30 jul 2013, 20:12

Ik heb het idee dat de geschiedenis niet helemaal geloofwaardig is, dus ik zal hem nog wat veranderen de komende weken. De belangrijkste verandering is het feit dat het Koninkrijk Solwezië gekoloniseerd zal worden door Nederlanders voor een jaar of 200, als logische verklaring voor het Nederlands dat er gesproken wordt. Ook zullen de plaatsnamen vernederlandsd zijn door de kolonisators en zal er een grote immigratie plaatsvinden van hollandse kolonisten, naar het erg vruchtbare eiland.
Hlalóntáź ezlôr sza órav́úgíz udiár e zlôńár udiósz e gzaǵusz zôlińok hleś. - Gzaǵusz Tanag e Lód
Ardeim, Rodova, Solwezië en Viguros

Gebruikersavatar
TBR
Geoficticus
Berichten: 2571
Lid geworden op: wo 02 nov 2011, 22:14
Locatie: Bélzsium

Re: [KSW] Koninkrijk Solwezië

Bericht door TBR » vr 13 sep 2013, 20:27

Hier even een update van de Solwezische geschiedenis:

De Prehistorie
Spoiler: weergeven
Archeologische vondsten tonen aan dat er pas bewoning was op het Solwes-eiland rond 500 v.C.. Waarschijnlijk waren het Keltische en Germaanse immigranten die door stammentwisten en oorlogen uit hun vaderland waren verdreven. De belangrijkste vondsten waren het dorpje nabij Buterwijlen en het paaldorp ten zuiden van Meserlost. Het land werd al spoedig overspoeld door Kelten en Germanen vanwege de ijzer- en tinvoorraden in het midden van het eiland. Alhoewel het eiland nooit is veroverd door het Romeinse Rijk, waren toch al gauw enkele invloeden, zoals het schrift en het christendom. Tussen 400 en 530 n.c. ontstonden de eerste gouwen die werden geregeerd door krijgsheren met name: -Alfane -Awel -Borgelann -Gondda -Lehte -Skirse -Sudersgyp Deze gouwen werden gevormd door stamheren die naburige stammen veroverden en onderwierpen. Alhoewel ze volstrket onafhankelijk waren van elkaar, waren er toch grote overeenkomsten tussen deze 'rijkjes'. Zo hadden ze alle zeven dezelfde taal, cultuur, godsdienst en vaak ook wetten. Over de tijd voor de Orvatische oorlogen is weinig bekend, aangezien er weinig werd opgeschreven en veel bronnen zijn vernietigd door oorlogen. Wel weten we dat er grote spanningen waren tussen de christelijke gouwheren en de aanhangers van de Cultus van de godin 'Lidana' of 'Ledone', vervolgingen waren niet ongebruikelijk. De Solwezische steden lagen vooral aan de kust en aan de grote handelsroutes, zoals rivieren. Voorbeelden zijn Pittyn (Putte), Tana (Wollegaarde), Ryge (Reig), Tyllo (Tullo) en Leheym (Loheim)
De middeleeuwen
Spoiler: weergeven
Toen in 1250 een vijandig volk, nl. de Orvatiërs het eiland Balt bezetten en de stad Tyde (het huidige Tijdel) innam, werden de gouwheren bang dat de Orvatiërs de rest van het Solwes-eiland wouden veroveren. Op de grote Redtdage zouden de zeven gouwheren beslissen om een koning aan te duiden die het Eiland van de Zeven Gouwen kon verenigen en en leiden naar een overwinning op de Orvatiërs. Men koos Phillib van Alfane, omdat hij de grootste legers en beste generaals had. Hij stond ook bekend om zijn goede tactieken en strategische inzichten. De oorlog verliep langzaam en in het begin niet zo goed voor de Solweziërs. Meer dan de helft van het eiland werd veroverd. Maar in 1297, na 47 jaar oorlog keren de kansen in het voordeel van de Solweziërs. De Orvatiërs verliezen de slag bij Leheym en even later sterft hun koning, Leos, in mysterieuze omstandigheden. In 1299 zitten de Orvatiërs alleen nog maar op het eiland Balt, waar het allemaal begon.Het duurt nog tot 1320 voordat de Orvatiërs ook daar verdreven zijn. In 1302 beginnen de problemen: Lodwige, de kleinzoon van Phillib zit stevig op de troon en dat zint de edelen niet. Ze willen dat nu de oorlog (bijna) voorbij is, Lodwige vertrekt en de Zeven Gouwen weer vrij zijn. Sommigen droomden er zelfs van om zelf op de troon te zitten. Dit leidde tot de Eerste Opstand der Gouwen, ofwel de Burgeroorlog van Lodwige. Deze opstand (1319-1326) zou zeven jaar duren en het hele landen economisch de dieperik in sleuren. Hierna zouden er nog drie opstanden komen, en nog twee grote troontwisten. Hiervan is enkel de Opstand van Roderik van Lecht het vermelden waard. Deze burgeroorlog duurde van 1396 tot 1402 en was de laatste poging van de gouwen Lehte, Awel en Gondda om zich aan het koninklijke gezag te onttrekken. Hierbij werd onder andere de Koninklijke Hoofdstad Leheym (Loheim) belegerd en werd Tana (Wollegaarde) voor het eerst verwoest.
De Nieuwe Tijd
Spoiler: weergeven
Na de laatst grote burgerroorlog (de Tweede Troonstrijd (1495-1503)) was het Koninkrijk Solwezië uitgeput. De meeste boeren werden gerekruteerd door het leger en daardoor ontstonden er grote voedseltekorten. Er braken ook verschillende epidemiën uit zoals: de pest, cholera en pokken. Deze ziekten waren waarschijnlijk meegebracht door Hollandse en Duitse kooplieden, die hun goederen verhandelden in havens zoals Ghillerle (Gellerlo), Soverge (Soberg) en Hughell (Huchel). Door deze kooplui floreerde de handel, en werden de voedseltekorten langzaaamaan teruggedrongen. In 1635 verleende Koning Hubreg de IVe de VOC de concessie over de tinmijnen nabij Foorne. Dit tot grote ontevredenheid van de gouwheer van Gondda. Dit betekende oorlog, en Koning Hubreg werd afgezet door opstandelingen. Dit betekende ook dat de VOC werd verboden Solwezische havens aan te doen en alle activiteiten van de VOC werden stopgezet. Nu was het menens, de VOC huurde een grote oorlogsvloot in en blokkeerde verschillende Solwezische havensteden. Hierop gingen verschillende huurlingenlegers aan land die al plunderend door het land trokken. De nieuwe koning werd ook afgezet, en de VOC installeerde zélf een regime, de Duitse prins Frederik van Meihof-Lodelingen werd de troon aangeboden, die daar dan ook gretig op inging. De hoofdstad werd verplaatst naar Rugeneim, vlakbij de door de VOC ingepalmde havenstad Gavelnaarde. Het Nederlands werd steeds belangrijker, in 1687 werd het de hoftaal, en in 1796 werd de taal uitgeroepen tot Rijkstaal. De koningen kregen steeds meer macht, en zo evolueerden ze langzaamaan tot absolute vorsten. Koning Robrecht de tweede van het huis Leginger schafte zelfs de gouwen af en veranderde ze in in hertogdommen en graafschappen. Koning Lennard de Ie van Meihof-Lodelingen verzamelde de adel rond zich in het enorme slot Broghelstant, een indrukwekkend kasteel ten noorden van Rugeneim. Door het Nederlands in te voeren als hoftaal zou Koning Frederik de IIe een nieuwe trend zetten. Het werd chique om Nederlands te spreken en de lage adel begon het meteen te doen. Ook iedere handelaar ,stedeling of ambtenaar in de zuidelijke steden moest wel een beetje Nederlands of Duits spreken, en zo begon het Nederlands aan een grote opmars.
De Nieuwste Tijd
Spoiler: weergeven
De vele vorsten promoten het Nederlands,maar regeerden als tirannen. In 1698 wordt het prestigieuze Paleis Frederiksburg geopend in Rugeneim. De koninklijke familie verspilde zeer veel geld aan grote feesten terwijl het volk honger lijdt door de mislukte oogsten van 1788,1789 en 1793. In 1797 werd de VOC definitief verbannen, Solwezië was toen al omgevormd in een Europees Koninkrijk. Toen de eerste berichten van de revolutie in Frankrijk het land bereikten in 1795, nam koning Karel-Frederik de tweede strenge maatregelen, zoals een samenscholingsverbod en legerpatrouilles die patrouilleren in de straten van de grote steden. Toch waren er grote rellen in Wollegaarde, Bodegarde en Muwel in 1796, 1797 en 1798. Op 14 maart 1799 komt het tot een uitbarsting van geweld in Toernem en op 16 en 17 maart in Rugeneim, waar duizenden mensen de straat op kwamen om brood en vrijheid te eisen. 18 maart 1799 wordt een zwarte dag in de Solwezische geschiedenis, want op die dag schoot de Koninklijke Wacht meer dan honderd demonstranten dood op de Oude Markt in Rugeneim. Hierop volgden tientallen razzia's in adellijke en filosofische clubs. Tientallen republikeinen vluchtten de stad uit en in het zuiden van het land wordt de sfeer nog grimmiger, daar worden tientallen soldaten en ambtenaren gelyncht. Op 27 maart 1799 werd de republiek uitgeroepen in Wollegaarde door Johannes Lieberman,Baron Pieter Van Gelluim tot Bodeningen en Hendrik Lest. De vele protesten doen Karel-Frederik grijpen naar drastische maatregelen, zoals het belegeren van de stad Wollegaarde en het executeren van verschillende edellieden en officieren. Er zijn nog uitbarstingen van geweld in 1812, 1813 en 1816. Koning Karel-Fredrik regeert zeer streng, maar sterft in 1832 en hij wordt opgevolgd door zijn zoon, Karel-Frederik de derde. Het volk koesterde de hoop dat hij minder streng zou zijn dan zijn vader,maar dat bleek niet zo te zijn. In 1847 kwam het weer tot relletjes in Rugeneim en Loheim nadat de minister van orde en veiligheid werd doodgeschoten vlak voor zijn huis. De mensen in de straat grepen deze kans meteen aan om te protesteren. De protesten verspreidden zich over het hele land en in Bodegarde werd de Tweede Solwezische Republiek uitgeroepen. Een deel van het leger deserteerde en liep over naar de republikeinen, hierdoor evolueerde de opstand naar een grote burgeroorlog die tien jaar zou duren (1848-1858) en de grensstreek totaal zou verwoesten.
De Burgeroorlog
Spoiler: weergeven
Het begin van de opstand
De officiële start van de burgeroorlog is 5 augustus 1848, de dag waarop de koninklijke marine de republikeinse stad Gavelnaarde bombardeert. In die tijd was Gavelnaarde een zeer belangrijke en grote havenstad, die de hoofdstad Rugeneim overschaduwde. Eigenlijk waren er al veel eerder gevechten tussen Republikeinse opstandelingen en de Koninklijke Landmacht. Ook waren er nogal veel roversbendes die in naam van de Republiek het platteland onveilig maakten. Maar op 5 augustus werd er echt de oorlog verklaard aan deze opstand. Koning Karel-Frederik de derde kondigde ook de staat van beleg af en verklaarde vele Republikeinen vogelvrij. Op 6 augustus trokken de eerste troepen het Nauw over en ze vielen de stadswallen aan van Gavelnaarde. Ze bestormden de haven en Havenpoort en rukten op naar het stadhuis dat door republikeinse sympathisanten was bezet. De strijd om Gavelnaarde zou uiteindelijk nog duren tot 11 augustus, en de stad zou daarnaa nog vele malen zich proberen te bevrijden van de royalisten. Op 8 oktober 1848 viel het Koninklijke Leger de havenstad Ewijg binnen. Dit was oorspronkelijk bedoeld om de Koninklijke Kazerne en Marinebasis die daar gevestigd zijn te ontzetten, want Republikeinse rebellen hadden de stad in handen en belegerden het fort al 2 maanden. Hierna zouden al snel de steden Toernem en Tochello vallen. De val van Toernem op 26 november 1848 was een groot verlies voor de opstand in het westen. Hierna rukte het Royalistische leger onder leiding van de Hertog van Benzingen en de Markies van Luttel, op naar Bodegarde, de stad waar de Tweede Solwezische Republiek werd uitgeroepen. De strijd rond de stad duurde vele dagen en pas op 2 januari 1849 gaf de stad zich over. Het Koninklijke leger splitste zich hier op, de Hertog van Benzingen ging naar het zuiden om het koningsgezinde Wolgt te bevrijden en de Markies van Luttel ging naar het noorden, om de stad Laagweel te belegeren, wat tot 1853 zou duren.

De oorlog verplaatst zich
In het oosten verging de opstand iets gemakkelijker. De revolutionaire brandhaarden situeren zich vooral rondom Wollegaarde, Blarden, Loheim en Gavelnaarde. Deze steden zouden nog lang blijven vechten voor de Revolutionaire zaak. Verder was het eerder een gevecht om neutrale steden zoals Muwel of Muidegaard, en de Royalisten die oprukten naar het zuidoosten. In maart 1850 zouden de eerste royalisitische groeperingen de stad Blarden proberen te bestormen, maar dit mislukte. Blarden zou jarenlang republikeins blijven net als Wollegaarde. Het Koningsgezinde leger zou in de zomer van 1850 ontschepen in het koningsgezinde Reig om vandaar verder landinwaarts te trekken en Loheim te veroveren. De Slag om Loheim op 17 en 18 september was niet meer dan een soort hinderlaag, maar zou nog lang in Ardeim worden opgeklopt tot een soort 'heldendaad' al was het door een republikeinsgezinde bende die het land rond Loheim terroriseerde. De stedelingen haatten deze bende maar waren toch zeer republikeins. In 1851 bereikte de oorlog een impasse, grote delen van het westen en het nooden van het land waren in handen van de koning, net zoals de steden Loheim en Gavelnaarde, maar Wollegaarde, Blarden bleven zich verzetten tegen de monarchie en zijn regering en republikeinen belegerden het royalisitsche Wolgt en Monzel, terwijl de Landmacht Laagweel maar niet kon innnemen, de stad werd vanover zee bevoorraad. De oorlog zou zich in 1852 vooral concentreren in het zuidoosten van het land, nadat de Hertog van Benzingen verpletterend werd verslagen door Republikeinse milities bij Voldem. Hij vluchtte per schip naar Rugeneim waar hij werd gedegradeerd. de zomer van 1852: Bodegarde, Toernem, Putte, Monzel, Reig, Gavelnaarde en Loheim zijn in handen van de Koninklijke Landmacht, maar ze lijden zware verliezen en onder de adel in Rugeneim klinkt gemor doordat hun privileges (geen belastingen) worden afgeschaft om meer geld in de Koninklijke schatkist te krijgen.

De Republikeinen organiseren zich
Op 5 september 1852 vergaderen verschillende republikeinse leiders in Wollegaarde, ze richten het Republikeins Comittee op en roepen alle milities en bendes op om zich achter hun vlag te scharen, wat redelijk goed lukt. Het comittee haar eerste succes was de herovering van Bodegarde op 25 November en het afslaan van het Novemberoffensief van de Koninklijke Landmacht in de buurt van Blarden en Muwel. De Republikeinen verliezen daarentegen wel hun laatste opstand in Gavelnaarde en de belangrijke havenstad Huchel wordt ingenomen door het royalisitsche leger. Het Republikeins Comittee verhuist naar Bodegarde en Slaagt erin om begin mei 1853 de stad Laagweel te ontzetten. Een deel van het Royalistische leger is nu omsingeld in het noordelijke schiereiland (de streek rond Monzel) en slechts een deel kan geëvacueerd worden. In januari van 1854 begint het Koninklijk Leger een nieuw offensief en het slaagt er bijna in om Bodegarde te omsingelen en door te stoten naar Hertogswilt. Ze kunnen wel Wolgt weer innemen, al wordt de stad in augustus weer ingenomen door de Republiek. Het Republikeins Comitte schendt de neutralitiet van Putte door de stad aan te vallen en kan zo een corridor vormen tussen Bodegarde en Wollegaarde; het is een zware klap voor de koning en de adel wordt steeds opstandiger. Aan beide zijden zijn er veel bloedvergieten en tienduizenden burgers laten alles achter en slaan op de vlucht voor het geweld, de economie -die het al niet zo goed deed, werd compleet geruïneerd en vele roversbendes maakten van de chaos gebruik om hun slag te slaan en vele dorpen te beroven en plat te branden.

Een rampjaar
1855 is een echt rapmjaar voor de opstandelingen, maar de koning krijgt weer moed en het vertrouwen van de adel. Tussen 3 en 28 februari 1855 slaagt de Koninklijke Landmacht erin om de steden Muidegaard, Muwel en Huchel in te nemen en de Koninklijke Marine slaagt erin om de aanvoerlijnen naar de Republikeinse steden vanuit Burghteland en Schellingen door te snijden. Het Koniinklijk Leger landt op 26 april op Dulst en op 8 mei op Schierse (de streek rond Monzel). Het RC (Republikeins Comitte) reageert niet snel genoeg en ziet Monzel verloren gaan. Daardoor krijgt ze te maken met muiterij en opstanden, maar ook door de dictatoriale houding van het RC. In Putte en Nolben verklaart de Stadsraad zich neutraal, en in Blarden is er een anti-comittee opstand. Die wordt pas in oktober neergeslagen. Ondertussen staat het er voor de opstandelingen steeds slechter voor aan het oostfront, en ook Soberg valt in Royalistische handen. Het RC lijdt ook gezichtsverlies na een mislukte aanval op Toernem en moet zich daarna vooral concentreren op de strijd rond Monzel en het orde op zaken stellen in Putte. Zonder Putte wordt het Repbulikeinse gebied in tweeën geknipt en is het oosten verloren.

Het zuidoosten valt in royalistische handen
Wat de opstandelingen vrezen gebeurt op 6 maart 1856, Putte valt en Blarden en Wollegaarde, de laatste twee republikeinse steden in het oosten, zijn verloren. Wollegaarde wordt nog 7 maanden belegerd en volledig in puin geschoten alvorens zich op 2 oktober 1856 over te geven, Blarden houdt het nog vol to 20 januari 1857. Ondertussen wordt er fel gevochten rond Toernem en Putte, beide steden worden dan ook bijna volledig verwoest, net als tientallen dorpen in de buurt. Terwijl het front verschuift organiseert het RC zich steeds beter, op 1 mei 1856 geeft ze haar eigen geld uit (de Vrije Mark), organiseer haar eigen belastingssysteem (vooral invoer- en uitvoeraccijnzen) en schrijft het een (voorlopig) wetboek. Ook wordt er een Republikeinse politiemacht opgericht die korte metten maakt met de roversbendes. Het RC wint weer aan populariteit en Monzel wordt definitief van de Republiek in juni 1856. Hierna gaat de strijd vooral om Putte en Soberg. Op 4 november 1856 valt Toernem, op 9 februari 1857 Tochello, Hierop volgt een maandenlange stellingenoorlog, de frontlijn beweegt nauwelijks. Op 15 augustus 1857 landt het leger van het RC op Dulst, en op 30 augustus valt Numein, de oorlog in het westen is bijna voorbij.

De wapenstilstand
De oorlog eindigde uiteindelijk op 21 maart, toen de royalistische fort in de haven van Ewijg terug werd heroverd op de het Koninklijke Leger. Op 6 april 1858 tekent Alber Ulmendaal van het Vrije Leger van de Tweede Solwezische Republiek samen met Graaf Frederik van Solmenhof de wapenstilstand, men was al enkele dagen voordien gestopt met vechten.Er vond een soort uitruil plaats van bezette gebieden: Soberg en Gellerlo tegen Balt en de streek rond Nedergem. Het Solwes-eiland was 10 jaar lang in burgeroorlog, die 10 jaar ruïneerde de economie, zorgden voor een hongersnood die tot 1860 zou duren, verdreef meer dan een miljoen mensen uit hun huizen, en kostte het leven aan honderdduizenden mannne, vrouwen en kinderen; De schattingen lopen uitteen tussen de 200 000 en de 500 000 doden. Het was geen oorlog zoals men in die tijd gewend was, er werd massaal gebruik gemaakt van kanonnen en echte veldslagen kende men niet, het was meer een soort guerilla-oorlog. Het was de grootste tragedie die het eiland zou overkomen.
Na de burgeroorlog
Spoiler: weergeven
Nadat er in 1858 een wapenstilstand was afgekondigd, werd op 3 oktober 1875 de officiële vrede getekend door Koning Jan-Karel de IIIe (1866-1899). Koning Jan-Karel zou zijn land enorm moderniseren en en het cijnsstemrecht invoeren in 1872 (voordien mocht allen de adel stemmen), toch zou het nog tot 1898 duren voordat onder druk van de vele stakingen het algemeen stemrecht voor mannen zou worden ingevoerd. Het Koninkrijk Solwezië moderniseerde ook net zoals Ardeim. Hier zou het vooral de textielindustrie rond Rugeneim en de staalindustrie rond Wollegaarde en Loheim zijn die werd gestimuleerd. De eerste spoorlijn werd aangelegd in 1881 tussen Wollegaarde en Loheim om de kolen van de mijnen rond Wollegaarde te vervoeren naar de hoogovens rond Loheim. De bevolking groeide sterk, van ongeveer 2.7 miljoen in 1860 naar 8.1 miljoen in 1930. De partijen die deelnamen aan de eerste verkiezingen met het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen in 1900 waren: de Marxistische ArbeidersPartij (MAP),de Sociaal-Democratische Liberale Partij (SDLP), de Christelijke Werkpartij (CWP), de Solwezische Burgerpartij (SBP) en de Agrarische Partij (AGP). Het ging Solwezië daarna een tijdje voor de wind. Het land herstelde eerst moeizaam van de burgeroorlog, maar na een paar jaar begon de economie weer op te leven. In 1887 werd de laatste school gesloten die onderwees in het Solwezisch. Het land veroordeelde de Boerenoorlog scherp en steunde de Britse regering, ondanks het feit dat de Boeren (een soort) Nederlands spraken. Het land bleef in de Eerste Wereldoorlog neutraal, het had niets met deze oorlog op het Europese continent. Solwezië onderhield zeer goede handelscontacten met zowel Groot-Brittanië als het Duitse Keizerrijk maar verbood op 2 december 1914 de export van wapens naar elk land dat deelnam aan de 'Grote Oorlog'. Dit ruïneerde de Solwezische wapenindustrie die daarna ook nooit meer wapens zou maken in het koninkrijk. In de jaren '20 gaat het goed met de Solwezische economie die zich toen vooral richtte op de handel met Schellingen, Burghteland en de VS. De beurscrash van 1929 komt dan ook des te harder aan voor het land, de werkloosheid steigt schrikbarend en daardoor valt het ene kabinet na het andere. Even is in 1936 een verkiezingsoverwinning voor de Nationaal-Socialistisch Vaderlandse Partij, maar in Solwezië krijgt de partij nooit echt veel steun. De Tweede wereldoorlog treft het kleine koninkrijkje nog harder dan de crisis. De handel valt volledig stil en Solwezië wordt gebombardeerd nadat verschillende Britse slagschepen en olietankers er aanmeren. Solwezië verklaart hierna de oorlog aan Duitsland en wordt zo samen met Ijsland een belangrijke ankerplaats voor geallieerde schepen. In Rugeneim vielen er hierdoor zeker 2000 doden door bombardementen en de V2.
Het naoorlogse Solwezië
Spoiler: weergeven
Na de oorlog wordt Solwezië een belangrijke handelspartner van de EGKS (voorloper van de EU) en blijft het strikt neutraal binnen de koude oorlog, waardoor de relaties met de VS wat bekoelen. Op politiek vlak wordt het land in de jaren '50 vooral gedomineerd door de Katholieke KPS en de socialistische SPS. Na een zware nederlaag van de KPS in 1966 komt er een liberale regering onder leiding van Albert Deduyne van de VVP. Begin jaren '60 vindt er een kentering plaats in het politieke landschap, in 1961 fuseren verschillende linkse partijen tot de PSD(Partij van de Sociaal-Democraten), die in 1967 de macht zou veroveren. De KPS zou samen met verschillende andere christelijk-geïnspireerde partijen de nieuwe PCD(Partij voor de Christen-Democratie in Solwezië), beide partijen zouden in 1967 een verbond sluiten dat tot 1990 zou standhouden. Hierop wordt de politiek in het koninkrijk gedomineerd door deze twee partijen, die wisselend de grootste worden. De liberale oppositiepartij VVP (Vrijheids en Vooruitgangspartij) komt nauwelijks aan de macht. Maar in 1988 komen enkele grote corruptie- en fraudeschandalen aan het licht die een einde maken aan de almacht van de coalitie PSD-PCD, ze verloren de verkiezingen, en uiteindelijk zouden beide partijen fuseren tot de SDP (Solweziese Demokratise Partij). Solwezië is al enkele jaren samen met Ardeim een van de grootste steen- en bruinkoolproducenten in de wereld. Na de ineenstorting van de steenkoolmarkt moeten vele mijnen in Hoog-Lecht sluiten, wat in het begin van de jaren '70, samen met de oliecrisis tot een economische recessie leidt voor Solwezië. De industrie van het land krimpt, en de gouden jaren zijn voorbij. Ook de auto-industrie stort begin jaren '80 ineen, het merk Solavia (dat ook vliegtuigen produceerde) gaat failliet, de twee laatste Solavia-fabrieken worden in 1983 gesloten. Het ging eind jaren '80 uiteindelijk beter met het land, de zware economische tijden waren voorlopig voorbij, en het Solwezische bankwezen groeide enorm. Solwezië ging een periode van deregulering en privatisering tegemoet. Op 21 juni 1995 werd het land getroffen door een zware aardschok. Bij deze aardbeving kwamen 539 Solweziërs om. Vooral de provincies Laaggonde en Heuvelgonde waren zwaar getroffen. De dorpjes Nieuwerkerken-Ter-Duin, Dunselaar en Welfzijle waren bijna compleet weggevaagd door aardverschuivingen als gevolg van de aardbeving. Een andere zware ramp was de brand op het veer de 'Bartenian Star', de veerboot werd op 30 augustus 2002 getroffen door een explosie en een zware brand. Hierbij kwamen 211 mensen om, 115 van hen hadden de Solwezische nationaliteit.
Hlalóntáź ezlôr sza órav́úgíz udiár e zlôńár udiósz e gzaǵusz zôlińok hleś. - Gzaǵusz Tanag e Lód
Ardeim, Rodova, Solwezië en Viguros

Gebruikersavatar
TBR
Geoficticus
Berichten: 2571
Lid geworden op: wo 02 nov 2011, 22:14
Locatie: Bélzsium

Re: [KSW] Koninkrijk Solwezië

Bericht door TBR » zo 06 okt 2013, 16:03

Ik ben mijn geschiedenis aan het updaten en verder uitwerken

Hier staan 7 Kantelpunten in de moderne geschiedenis van Solwezië beschreven, die in het collectieve geheugen van de Solwezër staan gegrift en die de Solwezische maatschappij grondig hebben veranderd.
Spoiler: weergeven
-De PSD van Jan Verbalde komt aan de macht (1967)
Op 25 juni 1967 wordt er geschiedenis geschreven. Er waren op die dag parlementsverkiezingen, en de Solwezische kiezer stuurde de rechtse regering van Premier Albert Deduyne naar huis, deze regering was gevallen na een seksschandaal waarbij twee ministers waren betrokken. Hierdoor kwam er een einde aan jarenlang conservatief beleid in Solwezië. Grote winnaar van deze parlementsverkiezingen was de twee jaar daarvoor opgerichte PSD (Partij van de Sociaaldemocraten), die was ontstaan door het samensmelten van verschillende linkse partijen. De eerste linkse premier was Jan Verbalde, die regeerde in een coalitie met de ook pas opgerichte PCD (Partij voor de Christendemocratie in Solwezië). Deze coalitie zou 23 jaar lang standhouden en de Solwezische politiek grondig wijzigen.

-De overstromingen in Noordoost-Solwezië (1972)
In de nacht van 3 op 4 maart werd Noordoost-Solwezië getroffen door een zware winterstorm. Deze storm bracht vooral regen met zich en bracht aanzienlijke schade toe aan huizen en bomen. Door de overvloedige regen (het had in de weken daarvoor ook al veel geregend) kon de grond het niet meer aan en waren er zware overstromingen. Tientallen dorpen moesten worden geëvacueerd, veel wegen,spoorlijnen, telefoon- en elektriciteitskabels werden verwoest. Op 5 maart om 6 uur ’s avonds werd in sommige delen waterstanden van meer dan 2 meter gemeten. De overstromingen hielden heel Solwezië een week lang in de ban. Het bleef nog enkele dagen regenen, maar het water begon vanaf 6 maart te zakken, toen pas kon de schade worden opgemeten en de slachtoffers geteld. Door een snelle evacuatie was in veel dorpen een catastrofe vermeden, maar sommige gehuchten waren zo afgelegen dat de meesten met reddingsboten of helikopters moesten worden gered. Er vielen in totaal 18 doden en 193 gewonden door de storm en de overstromingen, meer dan 3000 huizen waren onbewoonbaar. Het waren de ergste overstromingen in 100 jaar.

-De Bomaanslag in de Molenstraat op Jan Lensvaldt (1978)
De Solwezische hoofdstad werd op 16 maart 1978 om 17u34 opgeschrikt door een luide explosie. Deze ontploffing werd veroorzaakt door een autobom die geparkeerd stond voor het hoofdkwartier van de NMPS (Nieuw-Marksistiese partij Solwezië), een kleine extreem-linkse partij die recent veel succes had in de peilingen. De bom ontplofte net op het moment dat Jan Lensvaldt, de voorzitter van de partij in zijn auto stapte. Lensvaldt is vergezeld van twee lijfwachten, want hij had al eerder doodsbedreigingen gehad, en van de fractieleider en het campagnehoofd van de partij. Lensvaldt en een van zijn lijfwachten komen om, zijn andere lijfwacht, de twee partijleden en 5 voorbijgangers worden zwaar gewond naar het ziekenhuis afgevoerd. In totaal vielen er nog 28 lichtgewonden en door de harde klap is een groot deel van het partijhoofdkwartier zwaar beschadigd.
In het begin dacht men dat de dader in extreem-rechtse hoek moest gezocht worden, of dat er een gek aan het werk was geweest. Maar op 8 juni werd er nieuw bewijs gevonden dat de daders uit een andere extreem-linkse partij kwamen, de Kommunistiese partij van Solwezië (KPS). Zelfs de partijleiding zou op de hoogte zijn geweest. De bomaanslag en de onthullingen dat de daders lid waren van de KPS schokten het land, de NMPS haalde in de daaropvolgende verkiezingen wel vijf zetels binnen. In 1981 werden de daders veroordeeld tot levenslang, verschillende anderen die op de hoogte waren kregen celstraffen tussen de 5 en 25 jaar.


-De Verkiezingsverwinning van Jan Boltoen en PCR (1990)
Op zondag 27 mei 1990 komt er een einde aan 23 jaar bestuur van de PSD en de PCD. Deze partijen kwamen eind 1989 in opspraak na verschillende corruptieschandalen. Zo zou de toenmalige minister van Justitie zich voor miljoenen kronen hebben laten omkopen om een fraudezaak tegen een bank toe te dekken, hierbij was er ook sprake van machtsmisbruik. Na een woelige jaren 1989-1990 waarbij twee regering vielen, en er vervroegde verkiezingen werden gehouden, werd er in 1990 een einde gemaakt aan de linkse jaren van Solwezië. Massaal kozen de Solweziërs voor de nieuwe rechtse partij van Jan Boltoen, de PCR (Partij voor een Centrum-Rechts beleid), die ook al de lokale verkiezingen van 1989 won. Jan Boltoen sloot een akkoord met de V&VP en de Volksalliansie, en veranderde het beleid van het land radicaal. De PSD en PCD werden naar de oppositiebanken verwezen, later fuseerden beide partijen tot de SDP (Solweziese Demokratise Partij), niet iedereen was het daarmee eens, veel christendemocraten stapten over naar de CKU.

-De Aarbeving in de Bartenszee(1995)
Op 21 juni 1995 om 11.37 u werd Solwezië getroffen door een zware aardbeving met een kracht van 7.1 op de schaal van Richter. Het epicentrum van de aardbeving lag in de Bartenszee, ongeveer op 2 kilometer voor de Solwezische kust. Vooral de provincies Laaggonde en Heuvelgonde waren zwaar getroffen, maar de beving werd gevoeld in Rugeneim en tot in Hertogswilt (Ardeim). In Sowlezië vielen 539 dodelijke slachtoffers, in Ardeim 3, ook vielen er in Solwezië zeker 3000 gewonden. De beving beschadigde 28 000 woningen en 1129 van hen werden onbewoonbaar verklaard. De zwaarstgetroffen dorpjes waren Nieuwerkerken-Ter-Duin, Dunselaar en Welfzijl in Laaggonde. In Nieuwerkerken en Dunselaar vond er door de aardbeving een aardverschuiving plaats die tientallen huizen meesleurde, het dropje Welfzijl werd dan weer getroffen door een gasexplosie waarbij zeker 400 huizen werden verwoest. De schade liep op tot 3.75 miljard Kroon.

-Sluiting van de laatste Lindtman-fabriek in Opwelm (1997)
De Solwezische autobouwer Lindtman werd op 6 oktober 1997 failliet verklaard, waardoor de 1700 werknemers in de laatste Lindtman autofabriek werkloos werden. Eerdere overnamepogingen voor het automerk waren mislukt, de fabriek in Opwelm was de enige die nog draaide, de rest van de in totaal 17 fabrieken verspreid over heel de wereld waren al enkele jaren daarvoor gesloten. Met het faillissement eindigde de jarenlange rol van de autosector in de Solwezische economie. Er rest nu enkel nog een Volkswagenfabriek nabij Gavelnaarde en de fabriek van bandenproducent Magna bij Rugeneim. Eerder was het in 1924 opgerichte automerk Solavia al overgenomen door General Motors, dat dat merk dan weer doorverkocht had aan Volkswagen. Vandaag de dag is er niets Solwezisch meer aan Solavia, de auto’s worden gerpoduceerd in Polen en Taiwan en het hoofdkwartier ligt in Duitsland.

-De ramp met de Bartenian Star (2002)
De Bartenian Star was een schip van de Solwezies-Bartense Veermaatschappij (SBVM) die een veerdienst tussen Huchel en Barte onderhield. Het schip werd op 30 augustus 2002 om 17:39 uur getroffen door een explosie in de machinekamer. Enkele minuten later ontplofte een van de brandstoftanks aan boord. De brand die hierdoor ontstond verspreide zich snel over heel het schip, wat voor veel paniek zorgde. Het bevel tot algehele evacuatie van het schip kwam veel te laat, wat er voor zorgde dat veel mensen in het koude zeewater moesten springen. Het schip zonk uiteindelijk om 20:23 doordat er een gat in de romp was ontstaan als gevolg van de hitte, maar ook het vele bluswater in de boot speelde mee. In totaal stierven er 211 mensen, 115 van hen waren Solweziërs. De oorzaak van de ontploffing werd nooit opgehelderd, zo is een bom nooit uitgesloten. Door dit ongeluk ging de SBVM failliet en moest het haar veerboten en terminal verkopen aan ARferry, dat zo een monopolie verkreeg op de lijn Huchel-Barte.
Laatst gewijzigd door TBR op zo 11 jan 2015, 16:38, 1 keer totaal gewijzigd.
Hlalóntáź ezlôr sza órav́úgíz udiár e zlôńár udiósz e gzaǵusz zôlińok hleś. - Gzaǵusz Tanag e Lód
Ardeim, Rodova, Solwezië en Viguros

Gebruikersavatar
Matt
Beheerder
Berichten: 1491
Lid geworden op: ma 13 jun 2011, 15:55

Re: [KSW] Koninkrijk Solwezië

Bericht door Matt » ma 07 okt 2013, 19:57

Ik vind het leuk dat je de geschiedenis zo uitgebreid uitwerkt. :d Met dat verhaal over een aardbeving in Solwezië rijst bij mij de vraag weer op of Atlantis eventueel op een eigen plaat zou kunnen liggen. Zo zouden aardbevingen en geografie van Atlantis beter kunnen worden verklaard. In een andere draad is het al eens ter sprake gekomen en toch lijkt het me een best aardig idee.
"Maar daarna kwamen er desastreuze aardbevingen en vloeden; en in één dag en nacht [...] verdween het eiland Atlantis in de dieptes van de zee."
- P
LATO (TIMAEUS/CRITICAS)

Gebruikersavatar
TBR
Geoficticus
Berichten: 2571
Lid geworden op: wo 02 nov 2011, 22:14
Locatie: Bélzsium

Re: [KSW] Koninkrijk Solwezië

Bericht door TBR » ma 07 okt 2013, 19:59

^^ Dat lijkt me waarschijnlijk.
Ik vermoed dat de breuklijn die het gebergte in Midden-Borealië loopt ook door de Bartenszee gaat, wat de aardbeving kan verklaren.
Hlalóntáź ezlôr sza órav́úgíz udiár e zlôńár udiósz e gzaǵusz zôlińok hleś. - Gzaǵusz Tanag e Lód
Ardeim, Rodova, Solwezië en Viguros

Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 0 gasten