Re: [NAD] Deml, Cadrwf y Pobl Nefoedd Ar Y Ddaear
Geplaatst: vr 02 okt 2015, 22:56
Een thuis voor landen ver van huis
https://atlantisgeo.nl/
Er doen zich verscheidene theorieën in de rondte over het feit dat in Nefoedd Ar Y Ddaear een taal wordt gesproken die verwant is aan Keltische talen van west Europa.
Één van de meest gangbare theorieën is dat een stam van foederati, vermoedelijk de Dementae uit wat tegenwoordig Wales is, met de Dumeriërs naar het huidige Dumerië is gekomen na de slag bij Thapsus in 46 v.C. Hoe de Nefoeddi in Davaleda zijn terecht gekomen, is echter nog bron van veel speculaties. Borealië en Davaleda liggen heel ver van elkaar van elkaar vandaan.
Door DNA en genen onderzoek heeft men een poging gedaan om te achterhalen welke weg de Nefoeddi hebben afgelegd naar Davaleda. In Dumerië zijn genen teruggevonden, en dit zou kunnen duiden op gemengde relaties tussen de Dumeriërs en de Nefoeddi.
Echter of dit betekend dat de gehele stam via Dumerië is gegaan is onduidelijk. Andere theorieën proberen de verklaring te vinden in een mogelijke route langs de kust van Afrika, of een mogelijke route via Meridillië Hoe dan ook is in ieder geval duidelijk geworden uit genetisch onderzoek dat de Dumeriërs en de Nefoeddi samen uit Europa zijn vertrokken richting Atlantis.
Industralisatie en modernisering van Nefoedd Ar Y Ddaear
Vanaf de eenwording van Nefoedd Ar Y Ddaer in 1849 krijgt de industrie een impuls. IJzer, kolen en koper worden op veel grotere schaal gewonnen en de productie van gietijzer en staal gaat eveneens naar een hoger niveau. Ertsen en kolen werden met boten over de rivieren vervoerd.
Veel van de rivieren waren hoger in de bergen moeilijk of niet bevaarbaar. Daar werd in eerste instantie de winningen over land vervoerd, en dit werd snel onrendabel waardoor die mijnen de concurentie met lager gelegen mijnen niet aan kon.
Een stelsel van kanalen en sluizen werd aangelegd langs rivieren of rivieren werden zelf gekanaliseerd waardoor hoger gelegen mijnen konden worden bereikt en ook deze rendabel bleven. Rond 1860 komt vanuit Groot-Brittannië de stoomtrein overgewaaid.
Vanuit de havens met hoogovens worden spoorwegen aangelegd richting de mijnen en kan de winning in veel mijnen omhoog geschroefd worden, en zijn ook hooggelegen mijnen rendabeler. Al kost het veel moeite, tijd, geld en levens om deze spoorwegen aan te leggen, zeker in de onherbergzame hooggebergtes van Nefoedd Ar Y Ddaear.
Op de spoorwegen die langs dorpen en steden komen wordt ook al spoedig personenvervoer geëxploiteerd. Sommige dorpen en steden kregen door deze aansluiting op de buitenwereld ineens een sterke groei impuls en werden zij en de vaak afgelegen dalen uit een isolement gehaald.
“Op vleugels zo wit, met houten voeten over golven zo hoog. Van het water werd ons huis, maar gaf ons een nieuw.
Wij landde en schuilden onder onze vleugels, en de voeten werden gewoond. Velen waren niet meer. Maar wij waren.
Groen en weelderig. Hoog en stevig. Dit huis zou niet verdrinken.”
Een strofe uit het 'Ghidake', een heilige tekst.