Danlane
Zeg 'Hochmarkse auto' en je zegt 'Danlane'. Tenminste, dat was 30 jaar geleden het geval. Het merk is in 1994 failliet gegaan en heeft daarmee net niet zijn 80e verjaardag kunnen vieren. Hoe het ook zij, veel Hochmarkers (en ook andere Atlantidiërs) koesteren nostalgische gevoelens over het legendarische merk, waarvan de auto's in de hoogtijdagen het straatbeeld vulden. Een chronologisch overzicht.
Het begin
1915: De broers Reiner en Rolf Jensen richten samen Danlanemotore op in een voormalige boerenschuur in het dorpje Danlane. Beiden beginnen aan het ontwerp en de bouw van een auto, Modell 1.
1917: Modell 1 is klaar en trekt veel bekijks in het door voetgangers en paarden gedomineerde straatbeeld. De opdrachten voor de auto stromen binnen. De broers zijn echter niet tevreden over hun maaksel en beginnen aan Modell 2.
1919: Modell 2 is klaar. Er worden 60 stuks van gemaakt. De boerenschuur wordt al gauw te klein. Danlanemotore verhuist naar een leegstaande fabriekshal van een voormalige vlasfabriek.
1920: De broers weten een overeenkomst te sluiten met het Hochmarkse leger in verband met de dreiging van de Brilamontische Oorlog. Sindsdien is het leger een belangrijke afnemer van Danlanemotore.
1928: Na het beëindigen van de Brilamontische Oorlog richt Danlanemotore zich weer meer op de consumentenmarkt. Inmiddels werken er zo'n 80 mensen bij het bedrijf en in totaal honderden bij toeleveranciers. Het dorpje Danlane groeit snel mee.
1931: Met het nieuwe Modell 7 heeft Danlanemotore goud in handen. Vanuit het hele land en voor het eerst ook uit buurlanden stromen de orders binnen. In 8 jaar tijd worden er ongeveer 12.000 van gemaakt. Speciaal voor de productie van Modell 7 wordt een nieuwe fabriekshal bijgebouwd.
1932: Voor het eerst bouwt Danlanemotore een vrachtwagen voor de particuliere markt, Modell T4. Dit is feitelijk een doorontwikkeling van de pick-up Modell T3 uit 1926 die eerder voor het leger werd gebouwd.
1940: Danlanemotore start de ontwikkeling van een racewagen, maar na 5 jaar zonder veel succes wordt de ontwikkeling gestaakt.
1946: Reiner Jensen, inmiddels 68 jaar, besluit het bedrijf te verlaten en te gaan rentenieren.
Logo van Danlanemotore in de periode 1955 - 1972 |
Danlane in het socialistische tijdperk
1949: Het politieke tij in Hochmark keert. De socialisten komen aan de macht. Rolf Jensen toont (i.t.t. zijn broer) linkse sympathieën en ligt goed bij de nieuwe politieke leiders. Hij krijgt gigantisch veel staatssteun om het bedrijf uit te breiden. Danlanemotore verbreedt zijn industriële activiteiten en gaat onder andere ook landbouwmachines, fabrieksmachines en scheepsmotoren maken. Nieuwe fabriekshallen verrijzen overal in en om de stad. De staat wordt voor 49% eigenaar van Danlanemotore.
1951: Werklozen uit het hele land verhuizen onder druk van de regering naar Danlane om in de fabrieken te gaan werken. Hierdoor groeit Danlane uit naar een industriestad van 156.000 inwoners in 1955.
1955: In opdracht van de staat ontwikkelt Danlanemotore een goedkope personenauto voor de gewone man. Dit wordt de Danlane 700-serie, die in 1955 op de markt komt. De Danlane 700-serie wordt immens populair in binnen- en buitenland. Op hetzelfde onderstel worden in de loop der jaren allerlei varianten in de 700-serie gebouwd (overzicht in spoiler).
1957: Ook Rolf Jensen, inmiddels 71 jaar, stapt uit het bedrijf. Zijn zoon Jæn wordt de nieuwe directeur.
1960: Een monsterovereenkomst met een aantal communistische landen in het Oostblok zorgt voor een nieuwe koers in het bedrijf. De fabricage van onderdelen vindt steeds meer in het Oostblok plaats, de assemblage blijft in Hochmark.
1964: De onderdelen voor de Danlane 700-serie worden inmiddels volledig in het Oostblok gemaakt.
1970: De Danlane 700-serie is na enkele tussentijdse verbeteringen nodig aan opvolging toe. Deze komt in de vorm van de Danlane 800-serie met dezelfde modellenreeks als de 700-serie.
1972: Om marketingredenen wordt de naam Danlanemotore vervangen door D-motor. Hiermee probeert het bedrijf zich vooral in het buitenland meer te profileren. Gelijktijdig worden de divisies van landbouwvoertuigen, fabrieksmachines en scheepsmotoren verzelfstandigd.
1973: De plaatsnaam van Danlane wordt gewijzigd in D-stadt als publiciteitsstunt voor zowel de stad als de auto-industrie. Dit haalt wereldwijd de pers.
1976: Met het vertrek van Jæn Jensen wordt de staat volledig eigenaar van D-motor. De familie Jensen heeft daarmee geen enkele binding meer met het bedrijf.
Logo van D-motor in de periode 1972 - 1994 |
De nadagen
1983: D-motor raakt door wanbeleid diep in de problemen. Vernieuwingen aan bestaande modellen blijven uit en de export stagneert.
1984: Vanwege de verminderde vraag vanuit het buitenland is er te weinig werk om het personeel aan het werk te houden. Een derde van het personeel wordt met langdurig verlof gestuurd. Faillissement dreigt, maar met vele miljoenen tùner uit de staatskas wordt het staatsbedrijf eind 1984 weer op de been geholpen.
1985: D-motor kondigt aan alle nog productie zijnde modellen te gaan verbeteren en zegt een opvolger voor de 800-serie te ontwikkelen.
1986: De D-motor Topia wordt geïntroduceerd als de opvolger van de 800-serie. Aanvankelijk trekt de verkoop en export weer wat aan, maar al gauw blijkt de techniek van de Topia zeer onbetrouwbaar, mede vanwege de korte ontwikkelingstijd. Daarbij liep de Topia technisch en esthetisch al achter vergeleken met concurrerende modellen elders ter wereld. In de opeenvolgende jaren voert D-motor technische verbeteringen door aan de Topia, maar de auto weet haar imago desondanks niet op te vijzelen.
1990: Door wegvallende productie van goedkope auto-onderdelen in het voormalig Oostblok worden de auto's van D-motor zo'n 15 tot 30 % duurder. Mede vanwege het slechte imago van D-motor zakt de verkoop hierdoor volledig in. De productie gaat ondanks de misère op halve kracht door. Duizenden auto's blijven onverkocht bij de fabriek en op allerlei plaatsen rond D-stadt staan.
1992: De kosten voor opslag en onderhoud rijzen gigantisch de pan uit. Besloten wordt om de productie volledig stil te leggen en de overtollige auto's tegen kostprijs te verkopen. Echter, er zat al weinig winstmarge op de auto's, dus het baat nauwelijks. De auto's worden mondjesmaat verkocht.
1993: D-motor gaat gesprekken aan met buitenlandse autoconcerns voor overname, maar er worden geen bedrijven gevonden die bereid zijn D-motor uit de puree te helpen.
1994: Op 19 april 1994 sluit D-motor definitief. Duizenden mensen verliezen hun baan bij D-motor of diens leveranciers.
1997: De gemeente D-stadt is blut en komt onder staatstoezicht. De stad verpaupert in rap tempo en wordt het ghetto van de agglomeratie rondom Nikastadt.
Overzicht modellen 700-serie en 800-serie:
- Spoiler: weergeven
- Danlane 700-serie (1955-1970):
Introductiejaar | Model | Kenmerken |
1955 | 701 | 2-deurs sedan |
1955 | 702 | 2-deurs station |
1957 | 703 | 2-deurs pick-up |
1957 | 704 | 2-deurs bestel |
1960 | 705 | 5-deurs hatchback |
1964 | 706 | 2-deurs coupé |
1964 | 707 | 2-deurs cabrio |
De D-motor 800-serie (1970-1991) is qua modellenreeks identiek.